Financiën

Bestaand beleid

Ontwikkelingen bestaand beleid

In de Aanbiedingsbrief bij deze kadernota gaven we al aan, dat we ervoor zorgen dat de buitenruimte waar onze inwoners in leven ook de komende decennia op het huidige kwaliteitsniveau blijft. We willen voldoende financiële ruimte creëren zodat we door kunnen gaan met het op peil houden van de kwaliteit van de scholen waar onze kinderen zich ontwikkelen. In dit hoofdstuk brengen we in beeld wat er nodig is om te komen tot toekomstbestendige voorzieningen voor wegen, gebouwen en buitensportaccommodaties, hoe we verder uitvoering geven aan het gemeentelijk mobiliteitsplan en wat er extra nodig is om het bestaande integraal huisvestingsplan onderwijs te kunnen uitvoeren. Nu de definitieve ingangsdatum van de Omgevingswet bekend is, kunnen we ook aangeven welke budgetten we nodig hebben om de implementatie succesvol te laten verlopen.

Voor deze ontwikkelingen hebben we de volgende (extra) budgetten nodig:

Ontwikkelingen bestaand beleid

Investering

2024

2025

2026

2027

Voorzieningen

-1.678.000

-1.678.000

-1.678.000

-1.678.000

Gemeentelijk Mobiliteitsplan

0

0

0

0

Integraal Huisvestingsplan Onderwijs

14.600.000

-1.392.000

-1.392.000

-1.527.000

-412.000

Omgevingswet

-200.000

-200.000

-50.000

0

Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid

14.600.000

-3.270.000

-3.270.000

-3.255.000

-2.090.000

Toekomstbestendige voorzieningen
In deze kadernota nemen we de budgetten op die extra nodig zijn om het onderhoud voor wegen, gemeentelijke gebouwen en buitensportaccommodaties op het huidige, met uw raad afgesproken, kwaliteitsniveau te kunnen handhaven.

2024

2025

2026

2027

Onderhoud wegen

-675.000

-675.000

-675.000

-675.000

- waarvan t.l.v. stelpost prijs- en areaalvergroting

92.000

92.000

92.000

92.000

- verlaging budget klein onderhoud

35.000

35.000

35.000

35.000

Storting voorziening wegen i.v.m. rehabilitatie/vervanging

-435.000

-435.000

-435.000

-435.000

Onderhoud gemeentelijke gebouwen

-150.000

-150.000

-150.000

-150.000

Onderhoud buitensportaccommodaties

-545.000

-545.000

-545.000

-545.000

Totaal

-1.678.000

-1.678.000

-1.678.000

-1.678.000

Er zijn verschillende oorzaken die deze extra budgetten noodzakelijk maken:

  • Vanaf 2017 is er geen prijsindexering toegepast bij de voorziening onderhoud wegen. Een groot deel van het bedrag dat extra nodig is voor onderhoud wegen wordt veroorzaakt door prijsindexering. Daarnaast was bekend, dat de dotatie in de voorziening te laag was. We hadden dit willen aanpassen met inzet van structurele inkomsten uit precario. Toen die mogelijkheid wegviel, hebben we dit  deels opgevangen met de inzet van € 5 miljoen uit de reserve precario.
  • In de oude beheerplannen werkten we tot nu toe met een horizon van 10 jaar. Voor wegen kijken we nu naar een periode van 30 jaar, voor gemeentelijke gebouwen en buitensportaccommodaties gaan we uit van 20 jaar. Daarmee brengen we onze voorzieningen op het juiste niveau. We kiezen voor langere periodes zodat we daarmee grote financiële pieken in het onderhoud over een langere periode kunnen verdelen.
  • We hebben de afgelopen jaar veel geïnvesteerd in de buitensportaccommodaties. Onderhoud en vervanging waren tot nu toe niet voldoende financieel afgedekt. Daarom hebben we een apart beheerplan voor buitensportaccommodaties opgesteld. Denk hierbij aan velden, veldverlichting, ballenvangers, afrasteringen en dug-outs. De sportgebouwen zitten in het beheerplan gemeentelijke gebouwen.

We hebben naast de onderhoudsvoorzieningen ook een aantal reserves gevormd, onder andere voor onderhoud wegen en onderhoud civieltechnische kunstwerken. We gaan deze voorzieningen en reserves samenvoegen tot één voorziening. Concreet betekent dat, dat we de voorziening wegen en de reserve rehabilitatie wegen samenvoegen tot één voorziening voor wegen. Voor civieltechnische kunstwerken wordt de voorziening en de reserve eveneens samenvoegen tot één voorziening. Daarvoor gaan we de nota reserves en voorzieningen actualiseren. Een geactualiseerde nota bieden wij u aan vóór de Kadernota 2025.

GMP budget is toereikend
In het investeringsplan 2023-2026 hebben we € 12 miljoen gereserveerd voor de uitvoering van het GMP+. Verder hebben we in de Begroting 2023 € 7 miljoen gereserveerd voor de uitvoering van het maatregelenplan. We beschouwen de huidige opgave en daarbij behorende financiële dekking van het GMP als taakstellend. Aandachtspunt daarbij is wel, dat er geen extra middelen beschikbaar zijn voor nieuwe mobiliteitswensen die niet in het GMP zijn opgenomen.

Extra budget voor realisatie IHP
Onderstaande bedragen komen boven op de reeds beschikbare bedragen in de Begroting 2023.

Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP)

Investering

2024

2025

2026

2027

Stichtingsbudget

6.200.000

-145.000

-290.000

Locatie gebonden kosten - incidenteel

3.800.000

-1.270.000

-1.270.000

-1.260.000

0

Locatie gebonden kosten - structureel

2.600.000

-122.000

-122.000

-122.000

-122.000

Subtotaal IHP

12.600.000

-1.392.000

-1.392.000

-1.527.000

-412.000

Prijsindexering prijspeil 1 januari 2023

2.000.000

-47.000

-94.000

Inzet stelpost loon- en prijsontwikkeling

122.000

122.000

314.000

506.000

Incidentele dekking
(nadere uitwerking in begroting 2024)

1.270.000

1.270.000

1.260.000

0

Totaal IHP

14.600.000

0

0

0

0

Stichtingskosten
In totaal is € 6,2 miljoen extra investeringsbudget nodig. Dit komt door toenemende stichtingskosten voornamelijk door stijging van bouwkosten en door landelijk bijgestelde uitgangspunten voor Frisse scholen klasse B.De omvang van deze toename is bepaald op basis van het voorlopig ontwerp voor OBC Bemmel, het schetsontwerp voor IKC De Doornick en de doorrekening van het programma van eisen voor IKC Het Sterrenbos. In lijn met de toename bij deze drie scholen is een inschatting gemaakt van hette verwachten tekort bij IKC De Vonkenmorgen. Daarbij komt dat we met name bij IKC Het Sterrenbos (conform raadsbesluit 10 maart 2022) maar ook bij IKC De Vonkenmorgen rekening moeten houden met meer vierkante meters als gevolg van toename van het aantal leerlingen.
In lijn met de Begroting 2023 is ook de indexatie van het stichtingsbudget middels BDB index van prijspeil 1 januari 2022 naar prijspeil 1 januari 2023 meegenomen in het stichtingsbudget.

Locatie gebonden kosten
Bij de vaststelling van het IHP in 2019 zijn alleen de stichtingskosten per project geraamd. De locatie gebonden kosten waren toen niet bekend en zijn daarom destijds niet geraamd. Op dit moment gaan we er vanuit dat de locatie gebonden kosten gemiddeld zo’n 30% van de stichtingskosten zijn. Vooralsnog zijn deze kosten alleen bij OBC Bemmel geraamd. Rekening houdend met deze raming en de inschatting dat de locatie gebonden kosten gemiddeld zo’n 30% van de stichtingskosten bedragen, is er in totaal € 6,4 miljoen extra budget nodig. Hiervan is ongeveer 60% (€ 3,8 miljoen) incidenteel. Het gaat dan met name om de huur van tijdelijke huisvesting. Deze kosten mogen we niet afschrijven, maar mogen we wel incidenteel dekken door de inzet van bijvoorbeeld een reserve. Een deel van de locatie gebonden kosten kunnen we wel afschrijven. Dat is ongeveer 40% (€ 2,6 miljoen).

Extra incidenteel budget voor de Omgevingswet
De Omgevingswet treedt op 1 januari 2024 in werking. De afgelopen jaren is hard gewerkt om aan de minimale eisen te voldoen. In 2024 wordt verder vorm en inhoud gegeven aan het tot stand komen van een Omgevingsplan waardoor inhuur van belang blijft om de lopende ruimtelijke projecten af te ronden zodat de vaste medewerkers zich kunnen richten op het Omgevingsplan. Daarnaast moet het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) worden doorontwikkeld en er moet nog volop worden getraind/geoefend. Ook processen moeten worden gemonitord en waar nodig worden bijgesteld. De transitie van de Omgevingswet loopt tot 1 januari 2030 wat inhoudt dat het implementatietraject nog wel enkele jaren doorloopt.

Wij stellen voor om het benodigde bedrag van € 450.000 over meerdere jaren te verdelen. Dit houdt in voor 2024 € 200.000, 2025 € 200.000 en voor 2026 € 50.000. Voor 2026 en volgende jaren vindt een evaluatiemoment plaats om te bezien of er budget nodig is tot 2030. We doen dit in samenhang met het reguliere budget voor ruimtelijke ontwikkeling. Dit budget omvat o.a. het actueel houden van bestemmingsplannen en zal worden omgezet naar een regulier budget voor het onderhoud aan het omgevingsplan en -programma’s en de digitale beschikbaarstelling daarvan.

Deze pagina is gebouwd op 06/27/2023 08:44:03 met de export van 06/27/2023 08:35:02