Dekkingsmaatregelen
Investeren in de kracht van de Lingewaardse samenleving
De te realiseren multifunctionele accommodaties en de sportaccommodaties in de verschillende kernen van onze gemeente alsmede de investeringen in scholen en het onderhoud van de openbare ruimte brengen ons natuurlijk ook tot de vraag hoe we dit willen gaan betalen. Het investeren in de kracht van de samenleving gaat niet samen met bezuinigingen op bestaande onderhoudsniveaus van de buitenruimte, de gemeentelijke accommodaties en de sportaccommodaties. Dat geldt ook voor de ondersteuning van verschillende sportverenigingen, culturele instellingen en initiatieven in het sociaal domein. We hebben hierna de voorstellen opgenomen waarmee in ieder geval een groot deel van onze ambities kan worden betaald en de (financiële) gevolgen zo gelijkmatig mogelijk over onze inwoners worden verdeeld.
Beperkte verhoging van de OZB
We verhogen in de periode 2024-2027 de OZB jaarlijks met 1,5%. Dat zorgt voor een extra opbrengst in 2027 van iets meer dan € 800.000. Daarbij hoort een kanttekening: de afgelopen jaren hebben we de gemeentelijke belastingtarieven steeds aangepast op basis van de prijsindex in de circulaires van het gemeentefonds. Dat percentage schommelde veelal rond de 2%. Vanwege de hoge inflatiecijfers in de afgelopen maanden, zou de prijsindex wel eens veel hoger uit kunnen vallen dan we gewend zijn. We gaan er bij het opstellen van de Begroting 2024 niet standaard van uit, dat we de OZB verhogen met de prijsindex + 1,5%. We zullen goed kijken met welk percentage de OZB kan worden verhoogd.
Kostendekkende toeristenbelasting
Op dit moment dekken de inkomsten uit toeristenbelasting niet de kosten die we maken. Een kostendekkend tarief bedraagt € 1,67. In drie stappen willen we het tarief verhogen: in 2025 verhogen we het tarief naar € 1,25 per persoon per overnachting, in 2026 naar € 1,50 en in 2027 zetten we de laatste stap naar 100% kostendekking. De verhoging van de toeristenbelasting leidt vanaf 2027 tot € 67.000 meer opbrengst. Vanzelfsprekend treden we hiervoor in overleg met de ondernemers uit de toeristische sector.
Invoeren verblijfsbelasting
Bij de behandeling van het beleidsplan huisvesting arbeidsmigranten in mei 2022 heeft de raad bij motie verzocht om een onderzoek naar de invoering van een verblijfsbelasting. Bij de behandeling van de belastingverordeningen 2023 is een amendement aangenomen waarin de raad aangeeft voor 1 juli 2023 een verblijfsbelasting te willen invoeren. Middels een informatienota zullen wij u nog informeren over de reden waarom het op dit moment nog niet opportuun is deze belasting in te voeren. Door iets meer tijd te nemen kunnen we een goede afweging maken welk instrument het beste past bij het doel om exploitanten van huisvesting voor internationale medewerkers een bijdrage te laten leveren in de kosten voor uitwerking en uitvoering van het beleid. Vanaf 2026 verwachten we een opbrengst van 100.000 euro te kunnen toevoegen aan het saldo van de meerjarenbegroting.
Analyse bestaande budgetten
Op basis van de jaarrekening 2022 is kritisch bekeken welke budgetten al een aantal jaren een onderschrijding laten zien. Een tweetal posten worden in de begroting 2024 bijgesteld:
- Hogere opbrengst bouwleges en lagere kosten ODRA.
De afgelopen jaren is sprake van én een hogere opbrengst bouwleges én lagere kosten ODRA, per saldo € 1 miljoen. Hoewel de financiële gevolgen van invoering van de Omgevingswet nog niet voldoende in beeld zijn, vinden we het verantwoord om de kosten ODRA structureel te verlagen met € 50.000 en de opbrengst bouwleges structureel te verhogen met € 200.000 in 2024 en 2025. Daarna houden we op begrotingsbasis rekening met € 300.000 hogere bouwleges. - Aanpassing WMO-budget.
Doordat we investeren in het voorliggend veld, verwachten we dat minder maatwerkvoorzieningen nodig zijn. We verlagen het WMO-budget vanaf 2024 structureel met € 250.000.
Inzet reservepositie
Binnen de gemeentelijke begroting zijn een aantal reserves gevormd. Deze dienen ter afdekking van mogelijke risico's of verplichtingen. Onze reservepositie is hoger dan in ons beleid is vastgelegd. Een deel van onze reservepositie zetten we in om een exploitatiereserve te vormen. Vanuit deze reserve kunnen we gedurende een langere periode een substantiële en structurele bijdrage leveren aan het saldo van de meerjarenbegroting. Vanuit de algemene reserve, de reserve grondexploitatie en het rekeningresultaat 2022 wordt een exploitatiereserve van € 15 miljoen gevormd. Over een periode van 20 jaar levert dit € 750.000 aan investeringsruimte op. Wellicht ten overvloede is het ook goed ons te realiseren dat over 20 jaar deze dekking niet meer beschikbaar is, tenzij we in staat zijn om nieuwe bronnen aan te boren waarmee de exploitatiereserve opnieuw kan worden gevuld.
De € 15 miljoen exploitatiereserve wordt als volgt gevormd:
- Algemene reserve: op dit moment bedraagt onze algemene reserve € 24,4 miljoen. In ons beleid is vastgelegd dat onze algemene reserve minimaal onze risico's moet afdekken (weerstandsratio 1). In de periode 2016-2023 hadden we gemiddeld een risicopositie van 7,5 miljoen en gemiddeld een weerstandsratio van 3. Van de algemene reserve voegen we € 9,4 miljoen toe aan de exploitatie-reserve. Daarmee resteert € 15 miljoen in de algemene reserve, een weerstandsvermogen van ruim 2.
- Reserve grondexploitatie Eind 2022 zat er € 8,5 miljoen in deze reserve. De risico’s van lopende grondexploitaties zijn afgedekt door middel van (verlies)voorzieningen. De reserve grondexploitaties is daarvoor dan ook niet nodig. De reserve wordt wel ingezet om dat deel van de kosten die wij maken in het kader van faciliterend grondbeleid en die we niet kunnen doorbelasten af te dekken. Uit de reserve grondexploitatie wordt € 3,5 miljoen overgeheveld naar de exploitatiereserve.
- Inzet rekeningresultaat 2022: Van het voordelig resultaat van de jaarrekening 2022 wordt € 2,1 miljoen toegevoegd aan de algemene reserve. In bovenstaande uiteenzetting van de algemene reserve is daarmee nog geen rekening gehouden. Dit bedrag zal aan de exploitatiereserve worden toegevoegd.
Bij Ontwikkelingen bestaand beleid gaven we al aan dat we u vóór de Kadernota 2025 een geactualiseerde nota reserves en voorzieningen aanbieden. Bij die actualisatie wordt onderzocht in hoeverre een aantal bestemmingsreserves nog kunnen worden overgeheveld naar de exploitatiereserve. Het financiële effect daarvan op het saldo meerjarenbegroting verwerken we in de loop van 2024 via één van de p&c-documenten.
Dekking locatie gebonden kosten IHP
Bij Ontwikkelingen bestaand beleid gaven we al aan, hoe we de locatie gebonden kosten IHP dekken. Het deel dat structureel is brengen we ten laste van de stelpost loon- en prijsontwikkeling. In de begroting 2024 zullen we een voorstel opnemen voor de incidentele dekking van het eveneens incidentele deel van de locatie gebonden kosten.